Wat hebben wij toch eigenlijk leuk werk!

Time flies when you’re having fun’; dat geldt zeker ook voor ons, Buro Bloei-ers. Onze laatste blog is al weer ruim een jaar geleden! Daarin vertelden wij nog vanuit het perspectief van de ouders (‘Wat hebben we toch eigenlijk een leuk kind’). Nu is het de beurt aan ons. Want die leuke kinderen zijn de reden dat wij toch (bijna) iedere dag weer fluitend naar de Roemer Visscherstraat fietsen.

Wij hoeven jullie natuurlijk niet te vertellen dat kinderen meester zijn in het doen van grappige, confronterende, ontroerende en bovenal eerlijke uitspraken. Er zijn boeken vol van geschreven. En terecht! Hier mijn (Sonja) favorieten van de afgelopen tijd:

Kind (8): Zou je alsjeblieft tegen mijn moeder willen zeggen dat ik het heel goed gedaan heb?
Ik: ‘Waarom vraag je dat?
Kind: ‘Nou, anders gaan we dus mooi niet naar McDonalds!’.

Kind (10): Kom jij toevallig uit Azië?
Ik: ‘JA! Hoe weet je dat?
Kind: Nou, dat voel ik gewoon! Voegt er trots aan toe: Ik kan ook wel psycholoog worden!.

Kind (8), in tranen (vanwege angsten): 'Ik moest bij die andere mevrouw ook huilen, hoor. Ik wil dus even zeggen dat het niet aan jou ligt’.

Kind (7): ‘Ik vind jou bijna net zo lief als mijn moeder’.

Ik neem een geheugentaakje af en lees -geheel volgens protocol- de cijfers met een monotoon ritme van één cijfer per seconde voor.
Kind (9): ‘Zou je het misschien even wat sneller kunnen opnoemen? Zo kom ik misschien nog wel te laat op de hockey!’.

Een kind (8) vraagt mij waarom overal in ons kantoor veulens en paarden te zien zijn. Ik leg hem uit dat Buro Bloei een veulentje als logo heeft en vertel hem het waarom daarvan. Tevreden over mijn eigen uitleg vraag ik: ‘Begrijp je het?’.
Kind: Jawel, maar ik heb gewoon niets met paarden. Ik vind het knollen!’.

Kind (10): Neem je nou al weer een koffie?! Daar moet je mee oppassen hoor; je kunt ervan gaan stuiteren en er vierkante ogen van krijgen!
Ze begint te kleuren en roept er achteraan: Oeps, sorry, dat was niet discriminerend bedoeld, hoor!’.

Kind (6) vertelt dat er in haar klas veel kinderen zitten wiens ouders zijn gescheiden.
Ik denk niet dat mijn ouders gaan scheiden’.
Ik: ‘Waarom denk je dat?’
Kind:Nou, gisteren zag ik ze nog zoenen. En ze zijn al hartstikke oud!’.

Kind (7) vraagt halverwege de test die we aan het doen zijn:
Heb jij ook vrij gekregen van school om dit met mij te doen?

Kind (14) tijdens het hardlopen:
We moeten nu stoppen, ik kan niet door!
Ik: ‘Heb je pijn, of is het je adem?’
Kind: Nee man, er vloog een vlieg in mijn keel en mijn mascara is vet uitgelopen!’.

Om een kind tot een zo optimaal mogelijk antwoord te kunnen laten komen, vragen wij vaak door.
Ik: ‘Kun je er misschien nog iets meer over vertellen?’
Kind (7):Nee, jij?!'

Kind (8): Sorry dat ik het zeg, maar ik vind dat je het iets minder kinderachtig mag uitleggen. Ik ben erg wijs voor mijn leeftijd'.